SV | En hij wandelde in al de zonden zijns vaders, die hij voor hem gedaan had; en zijn hart was niet volkomen met den HEERE, zijn God, gelijk het hart van zijn vader David. |
WLC | וַיֵּ֕לֶךְ בְּכָל־חַטֹּ֥אות אָבִ֖יו אֲשֶׁר־עָשָׂ֣ה לְפָנָ֑יו וְלֹא־הָיָ֨ה לְבָבֹ֤ו שָׁלֵם֙ עִם־יְהוָ֣ה אֱלֹהָ֔יו כִּלְבַ֖ב דָּוִ֥ד אָבִֽיו׃ |
Trans. | wayyēleḵə bəḵāl-ḥaṭṭō’wṯ ’āḇîw ’ăšer-‘āśâ ləfānāyw wəlō’-hāyâ ləḇāḇwō šālēm ‘im-JHWH ’ĕlōhāyw kiləḇaḇ dāwiḏ ’āḇîw: |
En hij wandelde in al de zonden zijns vaders, die hij voor hem gedaan had; en zijn hart was niet volkomen met den HEERE, zijn God, gelijk het hart van zijn vader David.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En hij wandelde in al de zonden zijns vaders, die hij voor hem gedaan had; en zijn hart was niet volkomen met den HEERE, zijn God, gelijk het hart van zijn vader David.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!